Twee woorden: Arak en Raki

In Nederland gebruikten we ooit kruidenbitters om ons warm te houden. Zo is in 1645 de meest bekende ook ontstaan: Beerenburg (met dubbel-e). Schippers op de Friese skûtsjes ('schuitjes') verdreven met Beerenburg de kou tijdens de gure overtochten over het IJsselmeer op weg van van Amsterdam naar Friesland. Bovendien bevatte het alcoholische bittertje, volgens de bijsluiter, ‘Opregte Maag-Kruiden’, die het een ideaal middel maakte tegen vele kwalen.
[Heleen Sonnenberg van Weduwe Joustra Beerenburg]
Meer zuidelijk in Europa houdt men natuurlijk ook van alcoholische kruidenbitters, maar daar worden kruiden aan toegevoegd om de spijsvertering op gang te brengen voor de maaltijd. Het is dus een aperatief. In tegenstelling tot onze 'hartverwarmende' kruiden wordt in het Mediterrane gebied vaak anijs toegepast om alcohol op smaak te brengen.

En zo zijn veel varianten ontstaan die per land ietwat verschillen, maar vrijwel allemaal met de nodige trots als nationale drank worden gezien. In Spanje is de anis populair, in Frankrijk de pastis, in Italië de sambuca en in Griekenland de ouzo.
Dat alcoholische dranken ook grenzeloos of grensoverschrijdend kunnen zijn bewijzen raki en arak. Raki is een ongezoete, met anijs op smaak gebrachte alcoholische drank die veel gedronken wordt van de Balkan tot Iran. Arak is qua samenstelling vrijwel gelijk aan de raki en wordt gedronken in landen als Libanon, Iran, Irak, Syrië, Jordanië en Israël.

Het woord 'arak' is afgeleid van het Arabische woord ʿaraq, dat oorspronkelijk de betekenis van 'zweet(druppels)' had, maar kreeg in de loop van de geschiedenis de betekenis van 'destilleren'. Gedurende het destilleren vormt zich de alcoholische drank in de vorm van gecondenseerde druppels, het zweet.

Het woord 'raki' is eveneens afgeleid van ʿaraq. Dat wordt plots duidelijk als je weet dat in het Semitische taalgebied, waartoe het Arabisch behoort, in het begin geen klinkers werden geschreven. Die kwamen pas veel later.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten